Deze post gaat dan wel (bijna) niet over breien, maar omdat ik het zo prachtig vind laat ik het toch zien. Depots van diverse musea in Nederland en ook in het buitenland herbergen van dit soort zeldzaam mooie schatten, maar ze zullen zelden voor publiek te zien zijn, tenzij er ooit een tentoonstelling is over handwerken. Het blijft bovendien kwetsbaar materiaal, dat gevoelig is voor licht. Dankzij het feit dat het op deze manier is bewaard ziet het er nog zo goed uit.
Het gaat om twee van zulke cassettes met het opschrift ‘Oeuvres Manuels’. Op losse kartonnen bladen zitten kleine werkstukken bevestigd waar je mond van openvalt. Het was zeker een talentvol en geduldig meisje die dit album ooit heeft gevuld met de prachtigste handwerken.
De volgende 37 (!) foto’s zijn gemaakt met mijn telefoon bij spaarzaam tl-licht en daarom niet helemaal optimaal, maar ze geven wel een goed beeld. Twee foto’s waren mislukt, dus er zijn 39 bladen. De bladen zijn ongeveer A4 formaat.
Alle foto’s Evelien Verkerk; Albums zijn uit de collectie van Museum Twentse Welle, Enschede.
1 Het eerste blad bevat een macramé tasje en proefjes in hele dunne katoen.
Daarna in willekeurige volgorde:
2 Breiwerk, heel basic, mini voorbeelden van een kous, borstrok en sok.
3 Oefening breiwerk stoppen een een naaiproef van een schort op schaal. Er is ook een blad met linnenstopwerk in wit op wit, maar die foto was onscherp.
4 Naaiproeven van onderbroek en onderrok. Dit soort katoenen ondergoed is heel lang gemaakt. Er was ook een blad met 2 traditionele lange hemden, maar die was onscherp.
5 Twee stukken ondergoed van een soort flanel, een rok en een lijfje, met gefestonneerde randen en de letter A. Zou dit haar eigen voorletter zijn?
6 Twee mini kinderjurken. Deze stijl komt uit rond 1900-1910.
7 Nog wat breiwerk, proeven voor recht en averecht breien, gaatjes breien. Linksboven een onderrok waarin nog duidelijk aan de achterkant ruimte is voor de queue of tournure, een overblijfsel van eind 19e eeuw. Verder linksonder wat een losse naadzak lijkt, die onder de rok gedragen werd en via een opening in de zijnaad van de rok toegankelijk was. Rechtsboven een proeflap met ajoursteken en rechtsonder een babymutsje. Alles is met katoen gebreid.
8 Dan kom ik ineens een merklap tegen die iets over de maakster prijsgeeft: AG zijn vast haar initialen en 1914 is het jaartal dat het is gemaakt, later dan je zou denken gezien het modebeeld bij de miniatuurkleding. Misschien dat de handwerkjuf nog een beetje ouderwets was. Het is ongetwijfeld Nederlands, ook al is het opschrift op de doos in het Frans.
9 Haakwerk proeven.
10 Frivolité proeven.
11 Filet doorstopwerk (ik weet nu de techniek, met dank aan Monique van Munster)
12 Dit lijkt me Tenerife werk. Een heel aparte techniek, soort kantweeftechniek.
13 Tulestopwerk en tuleborduursel, prachtig gedaan. Voor linnengoed, sierschorten, kinderjurkjes etc.
14 Holbein borduurwerk, voor tafelkleden of randen aan (nacht)hemden.
15 Doorgestopt netknoopwerk.
16 Geborduurde zakdoekjes met platsteken, steelsteken en knoopjessteken
17 Platsteek- of satijnborduren, heel verfijnd op een lapje zijde, op een kartonnetje gezet met een zacht laagje ertussen en afgewerkt met een gedraaid koordje.
18 Nog meer borduurwerk op de zelfde manier afgewerkt, met weer de initialen AG. Dit doet qua vormgeving al meer denken aan begin 20ste eeuw. Met opgelegd gouddraad en satijnborduren.
De steken rondom de uitgespaarde A rechtsboven volgens Monique van Munster: “het uitsparen van het motief is een kenmerk van Asissi-borduurwerk, hier lijkt het voor mij een satijn applicatie van een A op een stukje fijne stramien dat met de rococcosteek gevuld is met perlegaren.”
19 Dit ademt wel de sfeer van 1910-1920. Zou dit een vrij werkstuk zijn geweest?
20 Kruissteek borduren, twee halve ronde kleedjes.
21 Open naaiwerk.
22 Borduurwerk op stramien
23 Nog meer satijnborduurwerk, met verlopende tinten heel mooi gedaan.
24 Kantkloswerk
25 Gekloste bandkant of is dit Iers naaldkant?
26 Witborduren en Richelieuborduurwerk
27 Tapisserie borduren en petit point.
28 En kijk eens: hier staat haar naam: Agnes Gerrits, Pensionaat Engelen.
Natuurlijk ben ik onmiddellijk gaan Googelen. Het gaat om Pensionaat O.L.V. van Lourdes te Engelen, aan de rand van ’s Hertogenbosch. Dat was een pensionaat voor meisjes uit de gegoede stand, waar de voertaal Frans was. Het zegt iets over de rijkdom van deze meisjes dat een vader zijn dochter per vliegtuig kwam bezoeken. Alle prikkeldraad moest dan worden weggehaald zodat hij kon landen. Het pensionaat heeft bestaan tot 1953.
Hier vond ik een samenvatting van het gebruik van het gebouw.
Hier een verhaal waarin een foto van het handwerklokaal is te zien.
Nog een paar voorbeelden, ik weet lang niet van alles hoe het is gedaan:
29 Dit lijkt tamboereerwerk, maar geen idee…?
30 Applicatie en borduurwerk. Eigen vrij werk?
31 Diverse naaiproeven en technieken. In het midden lijkt ook wel weer een naadzak.
32 Nog meer diversen met tussenzetsel van haakwerk en een lapje met holbein randjes.
33 Combinaties van techieken met Hardanger of is het Punto Tagliato?
34 Nog een merklapje in kruissteek
35 Gefestonneerde gaatjes in witborduurwerk
36 Kinderkleding op schaal
37 Tot slot nog twee doekjes met haar initialen in Wit borduurwerk.
Agnes Gerrits dat heb je allemaal prachtig gemaakt! En wat fijn dat we er zo nog van kunnen genieten. Ik zou dan wel benieuwd zijn of alle meisjes twee van zulke cassettes vol maakten en of er nog meer van bewaard is gebleven.
Als iemand nog suggesties heeft voor gebruikte technieken die ik fout heb benoemd of niet kende, dan hoor ik het graag. De foto’s zijn genummerd, dus refereer daar dan s.v.p. aan.
Wat een schitterende collectie!
Ik denk dat foto 11 naaldkant is.
De zakdoekjes op foto 16 hebben een kantklosrandje. Welke kantsoort weet ik niet, wellicht kan de LOKK je daar meer over vertellen.
LikeLike
Hier word ik heel nederig van!
LikeLike
Super mooi Evelien.
LikeLike
ik zie mijn mazen er tussen wit met rood in gemaasd op huishoudschool in twello heel leik ik ben het kwijt mijn proeflap
LikeLike