Schoolse werkjes uit het depot

Na de vorige blogpost over andere handwerktechnieken nu weer iets over breiwerk.
Ik schreef al eerder over gebreide werkstukken die meisjes moesten maken in de handwerkles. In de collectie van Museum Twentse Welle vond ik een doos vol met allemaal van die schoolwerkstukken.
Het eerste dat ik zag toen ik de doos opendeed was een miniatuurjurk met mijn eigen initialen erop geborduurd, ook toevallig.
Het model lijkt op een borstrok, maar in plaats van een boord aan de onderkant, zoals bij de mouwen, is er een decoratieve rand aan gebreid in een motief van rechte en averechte steken. De twee smalle verticale strepen aan weerszijden zijn een oefening in het ‘naadjes’ breien. Zulke nepnaadjes zie je ook altijd aan de achterkant van katoenen kousen zoals die tot ca. 1920 werden gemaakt. Een naadje is steeds een averechte steek boven een rechte steek en zo vormt dit een streep waarin de averechte steken makkelijk elk geteld kunnen worden voor 2 toeren. Bovendien zitten aan weerskanten van het naadje de minderingen zoals ook bij dit jurkje is gedaan.
Vroeger moesten meisjes na schooltijd eerst een bepaald aantal ‘naadjes’ breien voor ze mochten gaan buitenspelen. Een naadje was dus twee toeren.

Nagekomen opmerking: Via facebook liet Marleen Hoogendam me een foto zien van een boekje uit 1935 waar de gebreide naad wordt beschreven. (“Nomotta Leerboek voor Handwerken en Wol, deel 1”, 1935). Kennelijk was het ook toen nog een algemeen gebruikelijke manier om een kous te breien.
jurkjeev
Het jurkje is rond gebreid, vanaf de armsgaten worden delen afzonderlijk heen en weer gebreid waarbij in de voorpanden is gemeerderd en die extra ontstane ruimte wordt met het koordje door de gaatjes langs de hals weer ingetrokken. De mouwen zijn aangebreid en onder de oksels zit een spie die ontstaat door een aantal minderingen net als bij een kous.
Ik weet niet precies hoe oud dit is, maar rond 1900 denk ik. Het garen is niet zo fijn als bij het oudere 19e eeuwse werk.

Er zaten nog meer miniatuurkledingstukken in deze doos.
Bovenaan twee lange onderbroeken, rechts een broek met klep en links een broek met een opening aan één kant. Linksonder een klepbroek en een hemd die aan elkaar zitten met knopen en knoopsgaten. Een muts, een onderjurk, een borstrok en een stopkousje.
Aan de centimeter zie je wel hoe klein het allemaal is.
De twee lapjes rechtsboven, met omgehaakte rand in rood, daarvan heb ik geen idee wat het moet voorstellen. Ze zijn niet rondgebreid en allebei hetzelfde, je zou denken aan pannenlappen, maar dan zijn ze raar van vorm.
Sommige breiwerkjes in deze doos waren helemaal grauw. Dan vraag je je af of dat gekomen is doordat ze door generaties leerlingen zijn beduimeld, omdat het de voorbeelden waren die de juf ze liet zien? Maar ze kunnen ook lang op een zolder gelegen hebben…. minikleren

Dit hieronder waren vast wel voorbeelden van de juf, links de voorkant, rechts de achterkant. De draadjes die uit het gat zijn gehaald hangen in het ene voorbeeld rechts nog los en bij het andere voorbeeld zijn ze netjes weggewerkt met een flanelsteek en afgeknipt. Het is een voorbeeld van maaswerk in boordsteek. Het roze stukje is ingebreid, maar daarna aan de bovenkant aangemaasd in 1 recht 1 averecht. Ook de zijkanten zijn aangemaasd in boordsteek. Het blauwe draadje is een steundraadje met een eerste toer erop gemaasd als voorbeeld. Dit zijn echt gevorderde maastechnieken.
stopwerkboordsteek2.jpg

Deze leuke stopkousen zaten ook in de doos. De linkerkous laat allemaal maasoefeningen zien in rood en wit. de twee rechterkousen laten allemaal stopwerk zien, waarbij een deel alleen aan de achterkant is doorgestopt om het breiwerk te verstevigen. Dit zie je aan de voorkant bijna niet, zelfs als het met rood is gedaan, het schemert er alleen een beetje doorheen.
stopkousen

Dit is het uiteinde van een breirol afgewerkt met macramé, dat zie je vrijwel nooit. Initialen WH en 86, wat wel voor 1886 zal staan.
Daaronder een patroon met ‘gevallen’ steken:
Daarvoor 3 r, *1 omslag, 2sbr,2 r* enz., daarna alle steken heen en weer recht blijven breien. Aan het eind van je breiwerk gekomen laat je de steken die recht boven de omslagen zitten vallen, met steeds 3 steken ertussen, terwijl je meteen weer een omslag maakt boven de gevallen steek (de gevallen steken later uitladderen tot onderaan). Dan alle steken in de teruggaande toer incl. de omslagen recht breien, nog 1 toer recht en dan de volgende toer recht afkanten. In de laatste omslagen zijn de franjes geknoopt.

Er zitten 3 breirollen in deze doos met een flinke hoeveelheid patroontjes, maar lastig om te laten zien, want dat worden veel te veel foto’s. macrame
Dit gesmockte babytruitje wil ik ook nog laten zien. Het bovenstukje is eerst gebreid in 2 averecht, 1 recht en daarna zijn met blauw garen de steken naar elkaar toe getrokken en vastgenaaid. Aan de achterkant kun je zien dat het niet echt systematisch is gedaan. Wel een leuke manier om je breiwerk te versieren.
smocktruitje1
smocktruitje2
smocktruitje3

Alle foto’s zijn gemaakt door Evelien Verkerk, de getoonde stukken komen uit de Collectie van Museum Twentse Welle in Enschede.

7 thoughts on “Schoolse werkjes uit het depot

  1. het is alsof ik mijn eigen verzameldozen heb open gemaakt…:-) en die stopkousen vind ik ook zo leuk!
    in de oude boekjes hebben ze het altijd over een naaTje, met een T. Het heeft me een tijdje gekost voor ik er achter was dat het een averechte steek was… In de oude slaapmuts, die ik heb, zitten ook vier nepnaadjes, met aan weerszijden de minderingen. Persoonlijk vind ik dat er wel netjes uitzien…Nog nooit een breirol gezien met macramé aan het eind…..opmerkelijk.

    Like

    • Ik houd ook erg van de nepnaadjes Josefien. Ook in de kous uit ca. 1640 zitten er een aantal. Kennelijk is dat al heel lang gebruikelijk. Een naatje of naadje, ik ben het allebei tegen gekomen. Ik heb zelf ook 2 oude stopkousen die ik laat zien bij mijn stopworkshops. Ik vind ze geweldig. Ik denk dat die uitgebreid gestopte exemplaren voorbeelden waren van de handwerkjuf, wat denk jij? Er zitten veel dezelfde stoppen in, waarmee ze het misschien voordeed?

      Like

      • Oh ja, is mogelijk. Ik dacht dat dezelfde kous door verschillende leerlingen werd gebruikt…zuinigheid…?! Maar jij kan ook gelijk hebben.
        Ik heb een stoplap waarvan alle verschillende stopjes zijn genummerd…, ik kan je een foto sturen..?…waarvan ik ook denk dat het als lesmateriaal werd gebruikt.

        Like

      • Ja leuk Josefien! Dat er meerdere leerlingen aan een kous mocht stoppen zou ook een mogelijkheid kunnen zijn natuurlijk. het zou leuk zijn als iemand hier nog iets over zou weten.

        Like

  2. Wat een mooie foto´s weer. ALs het er ooit van komt om de foto´s van de breirollen wel te plaatsen, zou ik erg blij zijn, het zijn zo´n bijzondere stukjes cultuurgeschiedenis, vind ik. Een extra pagina op je blog maken? Sorry, ik zal nu stoppen met zeuren.

    En, helemaal niet passend in de tijd, maar de ‘misvormde pannenlappen’ doen mij heel erg denken aan maandverband…

    Like

    • Beste Marleen, ik dacht ook even aan maandverbandjes en ik ken wel gebreide (en gestopte) exemplaren in de collectie van het Openluchtmuseum Arnhem, maar die zijn symmetrisch en toch anders van vorm. Ik zal zien of ik de foto’s van de breirollen toch een keer post en misschien is een speciale pagina op mijn website wel een goed idee. Ik deel op de website wel af en toe steken in het stekenalbum die ook in breirollen voorkomen, met patroon. Dat moeten er natuurlijk in de toekomst steeds meer gaan worden.

      Like

      • Dat zou heel leuk zijn! Het is natuurlijk ook een hele goede basis voor een boekje, of een KAL, of een ander soort publicatie. Maar het kost ontzettend veel tijd, dat realiseer ik me ook wel. In de tussentijd blijf ik je andere stukjes ook met veel plezier lezen ;).

        Like

Plaats een reactie