Voor veel mensen is een breipatroon lezen een hele toer. Een breischema gebruiken is als het oplossen van een cryptogram. Omdat een Nederlandse standaard voor breitermen en symbolen ontbreekt, kan elke ontwerper van breipatronen daar een eigen invulling aan geven. Ik ben me er volledig van bewust dat iedereen zijn eigen mening en voorkeuren heeft, daarom gooi ik de knuppel maar eens in het hoenderhok: Wie gaat er nu eindelijk eens een standaard vaststellen en kun je dat eigenlijk wel doen?
Hieronder wat voorbeelden van breibeschrijvingen (1821 tot ca. 1935), waarbij de laatste naar mijn idee echt de kroon spant.
In de oudste breibeschrijvingen in de Penelopé (vrouwentijdschrift 1821-1835) onder redactie van Anna Barbara van Meerten-Schilperoort, zijn de breipatronen uiterst summier. Er wordt van uitgegaan dat iedereen goed genoeg kan breien om te snappen wat er wordt bedoeld.
(1)
In het oudste breiboekje van Christine Sluter uit 1843 wordt alles helemaal uitgeschreven, wat soms lange beschrijvingen oplevert.
(2)
Datzelfde geldt ook voor de ‘Eutropia’ uit 1845. Bij het tekenen van een schema werd het mij pas duidelijk dat het veel simpeler was dan het leek.
Het eerste patroon, de Waaiersteek, vind je in het stekenalbum op mijn website.
(3)
In De Nederlandse breister wordt de tekst wat meer geordend wat het lezen gemakkelijker maakt.
(4)
In het boekje van Tjaden is ook alles volledig uitgeschreven, daardoor heeft de zetter er kennelijk ook moeite mee gehad, want bij het nabreien blijken er nogal wat fouten in te zitten.
(5)
In 1895 komt Waleson met een breiboekje waarin een overzichtelijke lijst met verklaringen en afkortingen en ook schema’s zijn opgenomen. In het schema gaat het om patronen die in rechte en averechte steken worden uitgevoerd.
(6)
In de jaren 1920 geeft Beyer een serie breiboekjes uit met patronen voor ‘kunstbreien’, daarbij gaat het vooral om kleedjes voor op tafel, op dienbladen of over de (rug)leuningen van stoelen (antimakassars). Hier worden al schema’s met symbolen gebruikt en daardoor zijn deze patronen nog steeds goed na te breien, met wat geduld, want een beschrijving van de werkwijze staat er niet bij.
(7)
Dit boekje uit ca. 1930 kreeg ik kortgeleden en zo heb ik ze nog niet vaak gezien: alle steken aangeduid met letters en doorgestreepte letters.
(8)
(1) Penelopé of maandwerk aan het vrouwelijk geslacht toegewijd. Anna Barbara van Meerten-Schilperoort, 1833
(2) Verzameling van nieuwe en elegante breiwerken. Aanwijzing tot het breijen van neiges, kant, manschetten, franjes, schelkoorden, mutsen, moffen enz., Christine Sluter, Uitg. J.D. Gertner, Amsterdam, deel 1, 5e druk, 1846.
(3) Eutropia of handboek voor het schoone geslacht, Benedictus en N. Gerrits, uitgever W. de Grebber, Amsterdam, deel 1, 1844.
(4) De Nederlandse Breister, Verzameling van een aantal nieuwe en oorspronkelijk vervaardigde BREIWERKEN dienende tot nuttig en aangenaam gebruik, F. Benedictus en N. Gerrits, uitgever W. de Grebber, Amsterdam, 1845
(5) Het nieuwste breiboekje voor meisjes om zich spoedig en gemakkelijk in het breien te bekwamen, uitgegeven door A. Tjaden, Deventer 1865, deel 1, collectie Museum Kapiteinshuis Nieuwe Pekela.
(6) Walesons Breiboekje deel 1, Waleson, C.M.W. en C.J. van den Ende , 3e druk 1895
(7) Beyers handwerkboeken serie H no. 62 Kunstbreiwerk, uitgever Otto Beyer, ca. 1920
(8) Prachtige Breisteken, allemaal kantmotieven met duidelijke telpatronen, heel eenvoudig en practisch systeem. Hollandse handwerkuitgaven, A. en H. Bruil, uitgevers – Doetinchem
Wat ontzettend leuk om die oude beschrijvingen te zien. Ik geef de voorkeur aan de teltekening oftewel charts in het Engels. Symbolen komen nagenoeg overeen en zo kun je makkelijk soms zonder beschrijvingen begrijpen watcer bedoeld wordt. Zeker als je ook werkt met een lineaal, strookje papier (van die zelfklevende), zo kun je heel makkelijk zien waar je op dat moment bent.
LikeGeliked door 1 persoon
Geef mij ook maar een tekening met symbolen. Leuk en informatief blog trouwens!
LikeGeliked door 1 persoon
Ik schrijf alles uit omdat de meeste beschrijvingen zo vol zitten met afk. dat het bijna een ouderwetse contactadvertentie lijkt; geen touw aan vast te knopen, laat staan om mee te breien.. De engelse beschrijvingen gaan beter, hoewel de ssk wel heel omslachtig vertelt dat je 2 steken achter moet samenbreien. Kom maar op met die Nederlandse Standaard! 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
tja, ik heb me over die oude beschrijvingen ook vaak het hoofd gebroken.
Moderne beschrijvingen en tekeningen zijn veel makkelijker te volgen en bovendien kun je ZIEN wat je gaat maken. Dat is in die heel oude boekjes lang niet altijd het geval en het idee dat je aan een breiwerk gaat beginnen zonder een idee te hebben over wat er ongeveer uit gaat komen?! ik denk niet dat veel mensen dat nu nog zouden accepteren….:-)
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk al die oude boekjes, ik kijk graag naar een voorbeeld en probeer het patroon dan te volgen.
LikeLike