Breiwerk uit de zeebodem (3

De aanleiding voor mijn bezoek waar ik over vertelde in de vorige post waren enkele raadselachtige textielvondsten uit het depot van Museum Batavialand. Mijn oud-collega Sjoukje appte mij een paar foto’s van stukken textiel uit een opgegraven scheepswrak bij Lelystad met de vraag of ik een idee had wat het mogelijk geweest zou kunnen zijn en hoe ik de techniek zou omschrijven. Het ging om twee groepjes fragmenten die qua breitechniek op elkaar leken, een soort dubbelbreisel of reliëfsteek.

Er waren deze drie fragmenten, in twee kleuren gebreid, die bij elkaar leken te horen en nog behoorlijk intact waren. (afmetingen 20-24 cm hoog en  5,5-6 cm breed) uit een schip dat in 1886 is vergaan.

Verder een aantal wat smallere stroken die ook bij elkaar leken te horen, mogelijk aan elkaar hadden gezeten maar waar een deel van de steken los lag doordat het ene garen was vergaan, maar het stekenmotief leek heel veel op de andere fragmenten. Het leek een soort riem met een knoopsgat in een uiteinde.

Ik dacht bij de techniek van de drie fragmenten meteen aan een mozaïeksteek. Daarbij wordt over een aantal toeren een deel van de steken steeds overgezet op de rechternaald in plaats van gebreid. Afgewisseld met een paar toeren waarin die steken weer wel worden meegebreid. Ook in het eerste breiboek van Christine Sluter uit 1843 staat een dergelijke steek, dus de techniek was al ruimschoots bekend.

Ik probeerde het na te breien met twee kleuren wol, maar de duidelijke verticale ribbel ontbrak. Verschillende probeersels gaven niet het gewenste resultaat.

Ik kreeg te horen dat ik welkom was om de stukken in het echt te bekijken. Dus zo ging ik naar Lelystad in de hoop meer inzicht te krijgen door het origineel te kunnen bekijken. 

Met Joke Nientker en Sjoukje Telleman in hun werkruimte bekijk ik de opgegraven stukken breiwerk

Bij de smalle stukken met knoopsgaten aan de uiteinden was eigenlijk dezelfde techniek gebruikt, maar daar ontbrak het achtergrondgaren, wat je hierboven goed kunt zien. Mogelijk bestond het verdwenen garen uit een plantaardig materiaal dat sneller vergaat in de bodem, terwijl het wollen garen van de voorgrond nog intact was. Vanwege de knoopsgaten moest ik ineens denken aan bretels. Ik herinnerde me dat ik gebreide bretels had gezien in het Openluchtmuseum in Arnhem toen ik daar werkte in het textieldepot. Sjoukje appte een oud-collega die daar nu werkt als collectiebeheerder en een paar minuten later appte die een foto terug van de katoenen bretels uit de collectie die ook nog eens hetzelfde motief bleken te hebben inclusief de verticale ribbel! Jammer genoeg waren er niet veel achtergrondgegevens bij deze bretels.

Twee paar gebreide bretels. Collectie Openluchtmuseum Arnhem, nr. K.254-64 en K.255-64,
hieronder een detail van deze bretels

Ik besefte meteen dat er een patroon van moest zijn geweest in een tijdschrift of boek want anders kunnen er niet zomaar bretels opduiken op verschillende plekken die precies op dezelfde manier zijn gemaakt. 

Na wat zoeken in mijn breiboeken en online tijdschriften uit de 19e eeuw vond ik het bretelpatroon in een Gracieuse uit 1866! Hierboven een collage van deze patronen. De rechter bretel heeft dezelfde reliëfsteek als die uit het Openluchtmuseum en de wrakvondsten. De uiteinden van de bretels uit het museum lijken naar het patroon van de linker bretel te zijn gemaakt maar dan met slechts een knoopsgat.

Ik heb meteen breikatoen gepakt en het motief uitgeprobeerd. Al na een aantal toeren ontstond daar vanzelf de verticale ribbel doordat de ‘flotteringen’ aan de achterkant waar je de afgehaalde steken overslaat vrij strak zijn omdat het katoen niet rekt. 

De 3 stukken van wol, met een zelfde soort motief in twee kleuren, hebben ongeveer het dubbele aantal steken als de bretels. Hier zit de verticale ribbel ook in. De achterkant vertoont duidelijk gelijkenis met mijn proefjes en de bretels uit het Openluchtmuseum. Wat deze fragmenten zijn geweest daar ben ik niet achter gekomen. Brokstukken van een groter kledingstuk of toch iets bredere bretels? Wie zal het zeggen. 

Er was ook nog een soort net-achtig stuk van wol gevonden in het wrak van een vuilnisboot die ooit was gezonken rond 1900. Het deed me sterk denken aan eenvoudige gaatjespatronen, die wel gebruikt worden voor kanten sjaals. Door de fijnheid van de wol leek het me in ieder geval iets van kleding, ik kon me niet voorstellen dat het een gebruiksvoorwerp is geweest. Ik heb me rot gezocht naar een motief in breiwerk dat er in de buurt kwam, maar zelfs na inzoomen op de detailfoto’s kwam ik er niet uit.

Knitted textiles found in the former South Sea in the Netherlands. Ships that wrecked in the 19th century have been excavated in the polder near Lelystad
Schema van mijn gebreide proef (bovenste lichtgroene deel), tussen de rode lijnen is het herhaalpatroon, de overige steken worden alleen eenmalig gebreid aan het begin en eind van de toer.
Oranje toeren zijn achterkant toeren, grijze blokjes zijn geen steken.

Ik had een paar proefjes gedaan die er wel een beetje op leken, maar iets klopte gewoon niet. Dus toen heb ik wat foto’s laten zien aan dé kantbreiwerkspecialist van Nederland, Monique Boonstra en ja hoor, het was van mij waarschijnlijk ‘wishful thinking’ dat het om breiwerk ging, zij constateerde gewoon heel nuchter dat het was gehaakt. Nu ben ik geen haakster en kon het dan ook niet reproduceren helaas. Misschien dat iemand zich er aan wil wagen? Ik vond wel onderstaand patroon in een handwerkboek van mijn oma, maar dat is het ook niet helemaal.

Blijft de vraag waar het een fragment van is, een sjaal of toch iets anders?

En zo blijven er altijd vragen die niet worden beantwoord. Maar fascinerend is het dat er zo veel bewaard is gebleven in de voormalige zeebodem dat ons een inkijkje geeft in het leven aan boord in vroeger tijden. 

Met dank aan Museum Batavialand:

 Joke Nientker, zij is in dienst van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gedetacheerd bij Batavialand. Daar draagt ze samen met 2 andere collegaé zorg voor het onderhoud en behoud van de Maritieme Rijks Collectie. Deze collectie bestaat uit zo’n 34000 objecten, grotendeels verkregen door opgravingen, in de polder maar ook elders in Nederland onder water, bv de Waddenzee, en de IJssel. De collectie is beperkt toegankelijk op afspraak. Zie de website van het museum.

Sjoukje Telleman, zij is als textielrestaurator op het moment werkzaam bij Batavialand.
Sjoukje adviseert op het gebied van behoud en beheer van textielcollecties, voert restauraties uit o.a. voor particulieren maar ook bij verschillende musea door het hele land bij projecten op het gebied van restauratie en conservering van textiel. Tijdens haar studie was ze betrokken bij de conservering van de opgedoken kledingschat uit het beroemde Texelse palmhoutwrak, zie dit filmpje.

https://tellemantextielrestauratie.nl

Plaats een reactie