Josefien Sjoerds is verzamelaar en kenner van o.a. breiaccessoires en breirollen. Naar aanleiding van mijn vorige blog heeft ze onderstaand gastblog geschreven over naaldenmeters. Daar ben ik natuurlijk heel erg blij mee!
“Het gebruik van een naaldenmetertje dateert ongeveer van het midden van de negentiende eeuw. Het waren vrouwen die handelden in breimaterialen en vaak zelf patronen schreven die zich realiseerden dat het resultaat van het breiwerk afhankelijk was van de spanning van de steken en de naalddikte.
En dat het dus noodzakelijk was daarover iets aan te geven…..
Het probleem was echter dat wolfabrikanten er allemaal zo hun eigen maataanduidingen op na hielden.
Het metriek stelsel was wel officieel ingevoerd, maar vooral in de manufacturenhandel heeft het gebruik van de ‘EL’ en de ‘DUIM’ als maat, na het invoeren van de “meter”, nog heel lang geduurd.
Wolfabrikanten leverden naaldenmetertjes die bij hun eigen wol hoorden (de naam van de fabrikant staat er vaak op), terwijl zelfs de metertjes van dezelfde wolfabrikant onderling kunnen verschillen. De dames en heren leveranciers beklaagden zich daarover en begonnen hun eigen ‘standaard’ te ontwikkelen, die achteraf bezien ook weer onderling verschillend bleken. In 1842 bijvoorbeeld ontwikkelde ene mrs Lambert uit Engeland haar standaard, en ze noemde dat de enige betrouwbare, terwijl Cornelia Mee in hetzelfde jaar ook een standaard produceerde. De twee waren onderling verschillend en niet alleen qua uiterlijk.
Twee naaldenmeters uit 1842, links van Lambert, rechts van Mee
En zo ging dat jaren door.
Er zijn er in de 19eeeuw tientallen gemaakt en velen claimden de enige echte en goede te hebben uitgebracht. Professionele rivaliteit zorgde niet voor enige duidelijkheid en de legalisering van een bepaalde maatvoering zou nog jaren duren.
De metertjes waren gemaakt van ivoor, been, hout, en veel verschillende soorten metaal en later allerlei soorten plastic. Ook wel van dikke karton, maar die lijken mij na verloop van tijd wel erg onbetrouwbaar.
Ik vind het wel leuk dat ik die toch heb, omdat ze natuurlijk heel vaak werden weggegooid.
Aan de metertjes kun je zien dat het gebruik van heel dunne naalden verdwijnt want die kleine gaatjes komen dan niet meer voor terwijl er grotere worden toegevoegd.
Op één van mijn metertjes staat aan de ene kant de maatvoering van de fabrikant weergegeven en aan de andere kant van de corresponderende gaatjes het getal in een millimeters-aanduiding. Dat helpt natuurlijk wel.
voor- en achterkant
Het bezit van één naaldenmetertje helpt je dus niet echt verder, het vergroot het aantal vragen juist vaak.
En omdat vergelijkbare metertjes ook wel in de gereedschap-handel werden gebruikt, bijvoorbeeld om diktes van boortjes te kunnen nameten, weet je van een anoniem exemplaar niet eens zeker of het wel voor breinaalden is……
Er is over het bestaan en gebruik van deze gereedschapjes niet veel geschreven, maar gelukkig heb ik ooit een Engels boekje* gevonden dat was gemaakt door een verzamelaar van deze items. Die had uitgebreid historisch onderzoek gedaan en dat helderde veel op. Later vond ik op het internet nog wel meer artikelen van mensen die probeerden patronen uit historische boekjes na te breien en die tegen dezelfde vraag aanliepen: wat wordt er met dit garen of deze wolsoort bedoeld??
Ik ga er van uit dat Zephirwol ongeveer gelijk moet zijn aan de Zephir 50 die nu nog in de handel verkrijgbaar is: een hele dunne merino-wol, die gebreid wordt op naalden 2. Het wordt vaak dubbel gebreid.
Maar het breien uit historische boekjes levert je een hele puzzel op: het patroon, de hoeveelheid steken, gecombineerd met de dikte van de draad en de breinaald moet dan aan jou een idee geven over het uiteindelijke resultaat.
Dat is een heel vraagstuk………
Tot slot had ik een lijstje willen maken uitgaande van een destijds gebruikte naaldenmeter en die getallen omgezet in millimeters. Ik werd er helaas een beetje gek van: hoe meer naaldenmetertjes ik op tafel legde hoe minder het klopte.
Maar ja, dat had ik kunnen weten gezien bovenstaand verhaal!
Er is een poging gedaan door Colleen Formby in het artikel
Everyone His Own Knitting Needles. Dit artikel wordt besloten met een lijstje. Zij heeft ook informatie over wolsoorten opgenomen. Zij gaat uit van de Bell Gauge als de meest gebruikte (in Engeland). Dat is deze onderstaande van Abel Morrall, hoewel Morrall er ook velen heeft geproduceerd die onderling afwijkend zijn……..”
Tekst en afbeeldingen: Josefien Sjoerds, mei 2018
* The History of Knitting Pin Gauges van Sheila Williams, uitgegeven in 2006
Ik dacht dat in Engeland de nummering van naalden precies andersom was dan in Nederland
LikeLike
Ik heb ook een aantal naaldenmeters waaronder 1 aparte: een metalen plaatje met aan de zijkant de openingen om de dikte van de naalden te bepalen,onder een maatlatje en verder 3 schuifmechanismes voor meerderen,en hoe vaak gedaan en toerenteller Mocht u daar een foto van willen stuurt u dan uw emailadres..
Volgende week heb ik daar tijd voor.
LikeLike