Ik ben nog steeds in de proefjesfase voor het maken van een replica van de kousen uit de Waddenzee, zie deze vorige post.
Collectie Museum Kaap Skil, Texel
Breien met zijde is een hele opgave. Het is glad, dus een gevallen steek is een kleine ramp, het geeft niet mee, dus je vergt heel wat van je handen. Heb je een ophaaltje aan je handen dan blijft het garen daarin haken. Breien met zijde op hele dunne pennetjes is daarbij een nog grotere uitdaging.
Ik dacht het te redden met naalden van 1 mm, maar het zal toch op 0.8 mm moeten vrees ik en die zijn niet vernikkeld te krijgen, maar kaal metaal, niet superglad.
Ik probeerde na de rode zijde die te dik was (zie deze post) mooie paarse zijde uit van Bart & Francis. Hét adres als je hele mooie en dunne garens zoekt.
Door dit dunne materiaal van 150 denier met meerdere draden tegelijk te breien kwam ik dicht bij de stekenverhouding, van de originele kous, maar losse draden samen breien is niet zo heel fijn, je steekt nogal eens mis. Het glanst wel prachtig net als de 17e eeuwse kousen.
Verder kreeg ik staaltjes van Colormart zijde opgestuurd door Monique Boonstra om uit te proberen en daarvan kwam 1 soort zijde heel dicht bij de stekenverhouding van de originele kous uit ca. 1640, op naalden 0.8 mm.
Na het volgen van een cursus Chinees borduren besloot ik de perlé borduurzijde uit China uit te proberen op de breipennen en dat gaf het beste resultaat. Hopelijk kan ik daar de hoeveelheid van bemachtigen om een hele kous te breien.
Voorlopig ga ik nu even verder met wol, want het breiseizoen is weer begonnen en ik heb een paar leuke patronen in voorbereiding voor de liefhebbers. Dus houdt dit blog in de gaten!