Breigilden

Behalve dat er in de middeleeuwen vast wel werd gebreid voor eigen gebruik, was het toen vooral een beroep waarvoor je lid moest zijn van een gilde om het te mogen uitoefenen. Gilden beschermden de kennis van het ambacht en er was veel angst voor bedrijfsspionage. Breinaalden mochten bijvoorbeeld alleen verkocht worden aan gildeleden. Pas tussen 1520 en 1550 neemt het breien toe, door de verbetering van het trekken van metaaldraad, nu konden er betere en langere breipennen worden gemaakt en werden die ruimer beschikbaar. (1)

Door de geheimhouding van de gilden is er helaas ook veel kennis verloren gegaan omdat niets werd opgetekend. Je kon lid van het gilde worden wanneer je als mannelijke leerling eerst een aantal meesterproeven had afgelegd, wat meestal bestond uit een aantal voorgeschreven kledingstukken en soms een gebreid wandtapijt als meesterstuk, al ken ik daar alleen buitenlandse voorbeelden van.
Kousenbreiers in Leiden waren vrijgesteld van een proef. (2)

De eerste vermelding van een breigilde in de Zuidelijke Nederlanden was in Tournai in 1429 volgens Irena Turneau (3).  Terwijl overal op internet 1527 wordt genoemd als het eerste breigilde in Parijs, noemt zij ook in Frankrijk al eerdere data van vermeldingen van breigilden.
Bij de breigilden werden naast kousen vooral hoeden, mutsen en handschoenen gebreid. Engeland importeerde in de 16e eeuw veel handschoenen uit ons land en het zuiden van de Nederlanden was het belangrijkst voor de productie van kousen. (Ook volgens Irena Turneau)

Opnamedatum: 2012-04-18
Wollen gebreide hoed of muts gedragen door walvisvaarder, 1650-1800.
Collectie Rijksmuseum inv,nr. NG-2006-110-5

Wollen kousen werden net als hoeden grappig genoeg gevold, soms bij een ander gilde. Dat gebeurde op dezelfde manier als met geweven wollen stoffen. Hierbij werd het breiwerk nat gemaakt en gestampt. Wij zouden het zonde vinden vanwege het verdwijnen van de elasticiteit van het breiwerk, maar in die tijd was het vooral toch naar het voorbeeld van genaaide kledingstukken en daar zat ook geen rek in. Wollen kousen werden in de middeleeuwen heel dicht gebreid, bijna als een soort laars. Het voordeel van dat heel dicht en stijf breien en daarna vollen was dat de kous nauwelijks nog kromp.

kousen spitsbergen
Kousen van Nederlandse walvisvaarders gevonden in graf op Spitsbergen, nu in museum Svalbaard.

Kousenbreiersgilde 1698: achteraan word wol gekaard, rechts gesponnen (?), links gebreid en vooraan wordt de gevolde en opgeruwde kous glad geschoren met een grote schaar. Deze attributen vind je terug in het gildeteken van het kousenbreiersgilde van Wroclav in Polen, 1655, dit teken hing aan de kist van een overleden gildelid.

Rechts onderaan het plaatje van de breiwerkplaats zie je een apparaatje om gevolde kousen op te ruwen, met kaardendistels op een soort rollertjes, een techniek waardoor de bovenlaag zachter en dichter werd waardoor de breisteek onzichtbaar werd en o.a. hoeden beter wind- en waterdicht waren. Hierna werden de te ver uitgetrokken vezels er met een schaar afgeschoren, de bovenlaag kreeg dan iets fluweligs.

vollen
Hier zie je een monnik bezig met het opruwen van een lap stof met aan weerskanten een roller met kaardendistels. Mendel Hausbuch, f. 6v, c. 1425, Neuernberger Hausbuecher

Tussen 1593 en 1595 zijn er diverse officiële gemeentelijke stukken in de Leidse archieven (2) te vinden over het breiersgilde in Leiden. Daaruit blijkt dat die gilden vaak grote bedrijven waren. Er is bijvoorbeeld een voorstel om het aantal kinderen die werken in een breierij tot 25 à 30 te beperken! Verder zag ik er een verzoek om de kousenbreier Willem Willemsz in de Coe toe te laten tot het gilde vanwege de kwaliteit van zijn gekleurde kousen. Dus er waren wel degelijk veel mannen die toen breiden, maar daarnaast zeker behalve kinderen ook vrouwen als goedkope werkkrachten, alleen worden die zelden ergens genoemd en ze hadden geen enkele status.

De leden van het gilde waren altijd mannen, maar wel mocht een weduwe van een kousenbreier de zaak voortzetten als er maar zo snel mogelijk een mannelijke zaakopvolger kwam, want vrouwen mochten geen lid zijn. Het is daarom nog niet gezegd dat vrouwen niet breiden voor het gilde.

Langzamerhand krijg ik steeds meer het beeld dat breisters vroeger tot de allerarmsten behoorden, vrouwen die door omstandigheden gedwongen waren de prostitutie in te gaan of te gaan breien. Er waren helemaal geen sociale voorzieningen en alleenstaande vrouwen waren bij voorbaat verdacht. Breisters waren de slechtst betaalde beroepsgroep. In criminele procesdossiers in Den Bosch komen een aantal keren beroepsbreisters voor die veroordeeld worden voor hoererij of andere zogenaamde misdaden, zie deze eerdere post. Waren mannelijke leden van het breiersgilde gerespecteerde burgers, beroepsbreisters waren dat helemaal niet.

stocking-machine

Nadat het ‘Frame knitting’, een uitvinding van William Lee uit 1589, zich verspreidde over Europa, werden ook hier gilden voor opgericht. Dit Stocking frame was een vlakbreimachine en de kousen werden daarna in elkaar genaaid. Zoals je ziet op deze prent werkten er wel degelijk vrouwen in deze werkplaatsen.

Eind 18e eeuw werden de meeste gilden afgeschaft en in 1818 definitief.

Bronnen:
(1) Geeske Kruseman, Zeven eeuwen breiwerk, zeven millennia naaldbinding, uit Kostuum, jaarboek van de Nederlandse Kostuumvereniging, 2015.

(2) Leidse archieven: I.Z Kousenbreiers of -makers N.B.: Ook wel vermeld als gilde van de gebreide goederen (Gerechtsdagboek 1678 2B fol. 113v.). De fabrikanten van geweven kousen waren vrijgesteld van de proef, doch hadden toch het proefgeld te betalen (Gerechtsdagboek 1717 3M fol. 91v.). Ordonnanties Gerechtsdagboek 1593 B fol. 327v.; 1595 C fol. 151 en 1686 2W fol. 40v. De kousenverkopers waren ingedeeld bij de hozenverkopers en fraamwerkers (afd. 18).

(3) Irena Turneau, The knitting crafts in Europe from the thirteenth to the eighteenth century. Summary via deze link.

Verder geraadpleegd:

Sandra Y.Comis, Zeventiende- en achttiende eeuwse gebreide mutsen opgegraven op Spitsbergen, Gebreid Goed, Stichting Textielcommissie Nederland, 2001.

Richard Rutt, A History of Hand Knitting, 1987

toegevoegd: Filmpje waarin de werking van een knitting frame wordt uitgelegd.

Save

3 thoughts on “Breigilden

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s