Een eigen boek

Na jaren van voorbereiding is deze week eindelijk mijn boek ‘De kantjes van Christine’ helemaal klaar en gaan de bestelde exemplaren van deze digitaal gedrukte editie van 200 stuks nu de deur uit naar hun nieuwe eigenaren. De hele oplage is al uitverkocht, dus dat is geweldig!
Het boek is een bewerking van het oudste breiboek van Nederland, door Christine Sluter, waar ik al eerder over heb geschreven op dit blog.
Het is zo jammer dat ik helaas niets van haar weet. Het enige dat ik kan vinden zijn wat advertenties voor haar boeken uit de tijd dat ze verschenen en vermelding van haar boeken in de staatscourant onder ‘binnengekomen bij het Ministerie van Binnenlandse zaken’ in de periode dat ze uitkwamen.

De leukste advertentie is eigenlijk deze die verscheen in de Kaleidoscoop, een blad voor Zwolle, Deventer, Zutphen en Apeldoorn,op 22 augustus 1846.


Wat zou ze ervan hebben gevonden dat haar patronen weer nieuw leven worden ingeblazen in de 21e eeuw?
Wat was ze voor iemand, hoe zag haar leven eruit? Daar denk ik natuurlijk wel eens over na en ik lees af en toe verhalen over de tijd waarin zij leefde of bekijk modeprenten om te begrijpen hoe zij haar kantjes en manchetten toepaste in de kleding uit die tijd.

Mode in de tijd van Christine: Modeprent van Tavernier, naar tekening van Jules David, uit ‘Le Moniteur de la Mode. / Journal du Grand Monde.’
Collectie Rijksmuseum objectnummer RP-P-2009-3213


Als vrouwen boeken schreven werd dat in haar tijd met argwaan bekeken, al werd een breiboek dat bovendien voor vrouwen bedoeld was misschien iets makkelijker geaccepteerd dan literatuur van vrouwen.
In ‘Geschapen om te scheppen?’ van Toos Streng, is te lezen hoe schrijvende vrouwen werden bekeken in de negentiende eeuw.
Daarbij moet je bedenken dat de eerste feministische golf pas begon in 1870. Het was in die tijd beslist ongewoon om als vrouw een boek te publiceren. Er was flink veel verzet tegen schrijvende vrouwen en vrouwen die wilden studeren, volgens de heersende opninie was dit ‘tegennatuurlijk’. Een vrouw was een aanhangsel van haar man en hoorde niet van haar ‘natuurlijke bestemming’ als huisvrouw, echtgenote en moeder af te wijken.
In 1840 schreef Nicolaas Beets: “De vrouw die als schrijfster optreedt is eene overloopster naar het vijandelijke leger, die door haar sexe gefusilleerd moet worden” En merkwaardig genoeg vonden ook vrouwen zelf dat je je wel moest kunnen ontplooien, maar binnen bepaalde grenzen, waarbij een wetenschappelijke studie ze toch echt te ver ging.
Eerzucht in vrouwen, dat wil zeggen het publiekelijk tonen van haar talenten is afkeurenswaardig want stille deugdzaamheid is haar ideaal” (schrijft ene Van der Hoop in 1830). Zo lang het lezerspubliek van een vrouwelijke auteur uit vrouwen bestaat wordt het nog wel geaccepteerd en dus schreef een ambitieuze vrouw als A.B. Meerten Schilperoort onder andere voor haar eigen vrouwentijdschrift Penelopé. Petronella Moens, die ook enige faam had als breister ondanks haar blindheid, publiceerde in 1817 een roman over een idyllische maatschappij waarin de opvoeding van vrouwen niet minder waarde heeft als die van mannen, maar evengoed vinden zowel Moens als Meerten Schilperoort dat je daarbij rekening moet houden met de ‘vrouwelijke aanleg en bestemming’ oftewel vooral binnen de ‘natuurlijke’ grenzen moet blijven en het gezin altijd voor moet laten gaan.

Denkend aan die tijd fantaseer ik over de persoon van Christine Sluter. Hier zijn mijn gedachten over wie zij zou kunnen zijn geweest.
Let op: er is geen enkel bewijs, dit is puur mijn fantasie.

Ik denk dat Christine voor haar tijd waarschijnlijk heel zelfstandig was en misschien ook wel ongetrouwd, zo stel ik me voor. Ze had kennelijk tijd genoeg om zo’n reeks breiboeken te schrijven, dus ze werkte niet en had ook geen gezin om voor te zorgen. Mogelijk woonde ze wel in de tijd dat ze deze boeken schreef, als alleenstaande vrouw van circa 40 jaar oud, in bij een familielid, nadat ze jaren had gezorgd voor haar ouders tot die overleden waren, zoals toen gebruikelijk was. Ze kwam niet uit een rijk, maar ook niet uit een heel arm milieu, zij kon zich immers bezighouden met ‘fraaie’ handwerken zoals kantjes breien, arme mensen kwamen meestal niet verder dan nuttige breiwerken zoals kousen.
In die tijd begon het brei- en naaionderwjs voor meisjes steeds meer vorm te krijgen als onderdeel van de ‘veilige’ opleidingen van vrouwen die niet strijdig waren met haar ‘natuur’. Dus er was vast ook wel een behoefte aan boeken met patronen. Door de industrialisatie en de opkomst van goedkoper drukwerk werd het voor de groeiende middenklasse ook mogelijk om boeken te kopen. In het vrouwentijdschrift Penelopé stonden al breipatronen, maar die waren meestal heel summier beschreven en het tijdschrift was meer gericht op de hogere klassen. Ik kan me voorstellen dat Christine een soort gat in de markt zag voor duidelijke breipatronen, die voor meer mensen toegankelijk en betaalbaar waren.
Zou ze zelf contact hebben gelegd met de drukker/uitgever? Woonde ze in Amsterdam? Schreef ze onder haar eigen naam of gebruikte ze een pseudoniem?

Natuurlijk heb ik gezocht in de open archieven, maar de naam Sluter komt niet echt veel voor en zeker geen Christine die leefde in de goede periode. Ik ging uit van een geboortedatum rond 1800. Dat leek me een mooi uigangspunt omdat ik het gevoel heb dat je voor je veertigste niet zoveel brei-ervaring hebt dat je een dergelijk boek gaat schrijven, maar dat is geheel eigen invulling.

Toch vond ik al zoekend bij de naam Schlüter/Schluter wel diverse Christines en Christina’s. Tot mijn verrassing was er een Christina Schluter die die qua leeftijd in aanmerking kwam en ook nog eens beantwoordde aan mijn verzonnen profiel. Zou zij het zijn en had ze haar naam een beetje aangepast als een soort pseudoniem?

Deze Christina werd geboren in Gouda en bleef daar haar hele leven wonen, in het archief komt haar naam op meerdere adressen voor, altijd als ongehuwd.

Volgens het bevolkingsregister woonde ze o.a. op Kleiweg huisnr 107, bij haar Rooms Katholieke familie (dit moet ergens tussen 1849 en 1859 zijn geregistreerd, de volgorde van bijschrijving op het adres zegt niets over de gelijktijdigheid van het verblijf daar van de genoemde personen):
1. Lambertus Schluter, geboren 17 maart 1803 te Gouda, metselaar
2. Maria Catherina Herbus, geboren 13 februari 1806, geen beroep, ( echtgenote) overleden 19 januari 1858
3. Gerrit Franciscus Schluter, geboren 29 maart 1837, schoolleerling (verblijft vanaf januari 1856 tijdelijk in Voorhout)
4. Elisabeth, geboren 16 juni 1826, naaister
5. Magtilda, geboren 6 juni 1832, geen beroep
6. Christina, geboren 3 oktober 1839, schoolleerling
7. Adriana Elisabeth, geboren 8 juni 1842, schoolleerling
8. Johanna Maria, geboren 24 augustus 1844, schoolleerling (later ook geregistreerd als Anna Maria of Johanna Maria)
9. Maria Catharina, geboren 23 februari 1849, geen beroep
10. Christina, geboren 20 mei 1801, geen beroep (mogelijk was zij een oudere zus van Lambertus)
11. Jilberta van Vlijmen, geboren 7 november 1815 te Amsterdam, modiste (tweede echtgenote van Lambertus, na overlijden van zijn vrouw, huwelijk te Harderwijk 26 januari 1859). Jilberta kwam vanuit Harderwijk op dit adres wonen op 3 maart 1859 en overleed op 28 september van dat zelfde jaar.

Uit andere registraties in het open archief blijkt dat Lambertus later naar Amsterdam is verhuisd, Gravenstraat 299, met zijn derde vrouw, Maximiliana van Kalken, geboren 8 februari 1824, Palimanan op Java. Er verhuizen vier dochters mee, nr 6, 7, 8 en 9. Later verhuizen ze met drie dochters naar Enkhuizen, Johanna Maria gaat dan weer terug naar Gouda. Uiteindelijk woont Maximiliana alleen nog met Adriana Elisabeth eerst in Alphen, dan in Amersfoort en dan verhuist ze 12-5-1873 naar Utrecht.

Christina staat al eerder geregistreerd als zij 28 jaar is op Nieuwe haven 10 met haar ouders Gerrit (Gerardus) Schluter (55) en Anna Maria van Wijk (50), Lambertus en zijn vrouw wonen ernaast op nr 9, en hebben dan 2 kleine kinderen. Bij haar vader staat als beroep ‘Debitant in de loterij’
Lambertus woont later met zijn vrouw en de eerste vijf kinderen (11 jr tot 2 maanden oud) op Kleiweg 23, zonder andere inwonende familieleden, maar wel met 3 andere namen op dat adres.
Christina staat tien jaar later geregistreerd op Nieuwe Haven 10 (huis nr 113) samen met haar ouders Gerrit (Gerardus) Schluter (65) en Anna Maria van Wijk (60) als zij 38 jaar oud is, bij vader staat dan als beroep ‘barbier’.
Ze staat ook op dit zelfde adres geregistreerd (tussen 1850 en 1860) met Gerarda van Wijk, geboren 24 augustus 1797 (jongere zus van haar moeder?) die weduwe en winkelierster is.
Christina staat geregistreerd tussen 1850 en 1860, op Nieuwe haven 171 (dat later verandert in huisnr 185 en nog later in 207) als enige bewoonster met als beroep ‘winkelierster’. (Er staat geen datum bij, zou ze de winkel van haar tante hebben overgenomen? Wat was dat voor winkel?)

Dit is het pand Nieuwe haven 207 zoals het er nu uitziet.

Christina staat ook nog geregistreerd bij haar nichtje Magtilda en diens man J.F. Foesik aan de Gouwe nr 216.
Christina woont later nog als enige bewoner op een adres aan de Vuilsteeg (dat heet later de Lange Dwarsstraat). Daarbij is haar overlijden genoteerd op 28 februari 1879.


Het grappige is dat ik zelf ook in Gouda ben geboren en mijn voorouders daar vandaan kwamen en in de binnenstad woonden in de 18e/19e eeuw, ik zou dus eigenlijk wel willen dat dit waar zou kunnen zijn.
Tot nu toe heb ik alleen op internet gezocht, maar misschien valt er bij het archief van Gouda nog wat te vinden over de familie Sluter of Schluter, wat een aanknopingspunt oplevert. Misschien heeft het archief in Amsterdam informatie over J.D. Gertner, de drukker/uitgever (?) van Christine’s boeken (dit is waarschijnlijk ene Izak David Gertner, een Amsterdams Joodse boekhandelaar, geboren in Polen, 1786, Tweede Hoogstraat 14 of Nieuwe Hoogstraat 13 en later op Kloveniersburgwal 183?). Ik weet niet of ik ooit nog de gelegenheid zal hebben om dat uit te gaan zoeken. Het blijft fascinerend.


5 thoughts on “Een eigen boek

  1. Hartstikke mooi om even in haar fictieve leven te stappen, Evelien. Of het klopt of niet het geeft wel n beeld van deze vrouw. Bedankt voor het delen van je zorg en zoektocht. Het maakt het boek voor mij heel waardevol. Iets wat met zorg en creativiteit ooit is begonnen en waar we als creatieven nog heel veel plezier van hebben. Eigenlijk zijn we niet veel anders dan de schrijfster al zijn de vrouwenbewustzijn/rechten gelukkig wel flink veranderd. Lieve groetjes en sterkte met jou eigen proces. Ik hoop dat je nog heel lang met plezier je passie kan volgen.

    Marianne van der Veen

    Geliked door 1 persoon

  2. In het verhaaltje dat ik ooit zelf over Christine schreef (ik heb toen ook uitgebreid naar haar gezocht) op Berthi’s weblog was het mij al opgevallen dat ze ooit in het voorwoord van deel 3 schreef dat deze uitgave veel vertraging had gehad door ‘buitengewoone en onvoorziene omstandigheden welke ik niet verwachten noch vermijden kon….’. De mijne is gedateerd op 1845. Als jouw verhaal zou kloppen (hoewel ze de boekjes toch nadrukkelijk ondertekend met Sluter en niet met Schluter) zou dit de periode kunnen zijn geweest waarin haar tante (?) overlijdt en zij de winkel overneemt. Ik kan me voorstellen dat je het dan te druk hebt voor breipatroontjes.
    Als je wilt dat ik ooit in de archieven in Gouda ga zoeken doe ik dat graag, hoor. Ik woon er tenslotte dichtbij.

    Geliked door 1 persoon

  3. Pingback: Erfgoed in een nieuw jasje: de kantjes van Christine - Textielplatform

    • (reactie 6 juli 2023:) Nog een paar exemplaren misschien, binnen een paar weken heb ik hier beter zicht op omdat er nu nog een aantal exemplaren moeten komen van de drukker van deel 1. Als alles is verzonden en goed aangekomen kan ik pas definitef zeggen of er nog boeken beschikbaar zijn.

      Like

Plaats een reactie